Een houten huisje bij de Chao Praya

Een houten huisje bij de Chao Praya

‘U turn ka!’ – Een U-bocht graag.

Vanaf de drukke weg die over de Pin Klao-brug gaat, moet ik een straat hebben die precies parallel aan deze loopt, de andere kant op.

De tuktuk raast de bocht om.

‘Trong pai’, vervolg ik, rechtdoor. ‘Leaw saai’, zeg ik dan, linksaf, en ‘leaw kwa’ tot slot, rechts af. Ik kan me inmiddels een beetje verstaanbaar maken in het Thais. De dagelijkse woorden kan ik dromen.

Tuktuk

Ik ben er bijna. Bij mijn huisje. Een houten huisje in een typisch Thaise buurt. Het ligt bij Wat Daodung, aan de overkant van de Chao Praya rivier in Bangkok, niet ver van de hoge torens bij de Pin Klao brug. Hemelsbreed is het niet ver van Khao San Road vandaan, dé backpackersstraat van Bangkok. En toch is het leven hier totaal anders.

Hier is het leven totaal anders.

jongetje-soi-Bangkok

Ik wandel door smalle steegjes, langs kleine stalletjes. De oude Thaise achterbuurman wast borden af, in een teiltje. Gehurkt, zoals alleen Aziaten dat zo goed kunnen.

Er wordt gekookt in de soi. Plastic stoelen staan om een paar tafels.

Vliegen vechten om een plekje op het plakkerige tafelzeil.

Soi-Wat-Daodung

Ik steek de sleutel in het hangslot aan mijn deur, draai hem om en ga naar binnen. Een houten huisje is het; klein, maar wel met twee verdiepingen. Het hout is mooi gelakt en het huis is groter dan ik van beach huts op eilandjes gewend ben. Ik heb een keuken, zonder kookgelegenheid. Maar waarom zou je koken als je overal, gewoon bij kleine ‘restaurantjes’ op straat, zó lekker en zó goedkoop kunt eten?

balkon-uitzicht-Bangkok

Een douche heb ik niet. Ik heb een mandi.

Een douche heb ik niet. Ik heb een mandi. Een smal, hoog, betegeld bassin met water. Mijn haren was ik door steeds bakjes water over mijn hoofd te gooien. Dat was lastig in het begin, zeker met lange haren en crèmespoeling die er nog uitgespoeld moet worden, maar alles went. Ook het koude water. Hoewel koud water helemaal niet erg is in een land waar het bijna altijd smoorheet is.

kamer-Bangkok

Geen airco.

Boven mijn bed hangt een ventilator. Airco heb ik niet. En dat in een stad waar het bijna het hele jaar door tegen de 35 graden is. Vooral van maart tot en met mei is het warm. Erg warm.

Het is er warm en vochtig. Drukkend weer.

Soms lig ik met mijn armen en benen wijd op bed, in de hitte die je overal om je heen voelt. Want boven op mijn slaapkamer, onder dat houten dak, is het nóg veel warmer. Een warmte die je je niet kunt voorstellen. En toch went het. Ik hou ervan.

Het geluid van knagende ratten.

Het enige wat nooit went is het geluid van knagende ratten of muizen, en de aanblik van grote kakkerlakken. En irritant kleine mugjes die altijd om je benen blijven zwermen.

huisje-Bangkok

De ramen bestaan uit horren. Glas zit er niet in. Ik kan alleen de luiken dichtdoen, als het heel hard regent. En dat doet het in het regenseizoen af en toe flink. Soms moet ik op mijn blote voeten of slippers door het water waden, als het water in de rivier heel hoog staat. Zelfs de soi, het steegje, staat dan een stukje blank.

Bangkok-Soi-Wat-Daodung

’s Ochtends vroeg word ik wakker van tropische vogelgeluiden en geluiden uit de soi. Een Thai die langs sloft, een vrouw die iets roept of het geluid van een spatel in een metalen wok.

Pad-thai-Bangkok

Door dit steegje dat naar de rivier leidt, wandel ik elke dag, op weg naar mijn werk.

Sawat dii kaa!

Ik groet de mensen die er wonen. Soms krijg ik een glimlach, soms zeg iemand ‘khap’, een andere keer maakt iemand vluchtig een wai, een buiginkje.

Kinderen-soi-bangkok

Ik loop langs eenvoudige huizen met golfplaten daken. Kinderen spelen, mannen en vrouwen doen de afwas, sommigen roosteren iets of verkopen iets in zakjes. Naarmate de dag vordert en het steeds warmer wordt hangen ze loom in het donker op matrassen op de grond. Hier en daar staat een tv-programma aan. De meesten hier hebben weinig meubels, maar een tv hebben ze wèl.

Chao-Praya-rivier-bootjes

Aan het eind van het steegje wacht ik op het pontje dat me voor 2 baht naar de overkant van de Chao Praya brengt. Als ik het bootje ’s avonds weer terug wil nemen, staan er altijd wel een paar backpackers op de pier. Ze wachten op de Chao Praya Express, een snelle rivierboot die als openbaar vervoer dienst doet.

Als ik het pontje op stap, voel ik hun ogen in mijn rug.

Op het moment dat ik op het pontje stap voel ik hun ogen in mijn rug. De een zal denken: ‘Haha, kijk haar nou, ze neemt de verkeerde boot!’ De ander denkt misschien lichtelijk nieuwsgierig: ‘Hé, waar gaat zij nou naartoe?’ Ik word zelfs wel eens behulpzaam op mijn schouder getikt of zelfs bij mijn arm gepakt door een andere reiziger die me wil waarschuwen.

‘Thanks,’ zeg ik altijd vriendelijk, ‘but… I live here!’

Stiekem vind ik dat altijd wel leuk. De verbazing op zo’n gezicht.

Pontje-Chao-Praya

’s Avonds loop ik er weer, door het smalle donkere steegje. Iets meer gehaast nu, vooral als het regent. Dikke druppels kletteren regelmatig op de zeilen die over de soi zijn gespannen. Ik sla linksaf. Vlakbij het politiebureau is mijn huisje.

De plek waar ik woon. Mijn plek in Thailand.

Heel gewoon en tegelijkertijd heel bijzonder. Dat besefte ik toen, maar nu nog steeds.

Thai-buurtje

Krung Thep. De stad die ik zo goed ken, of ‘kende’. Een jaar lang heb ik er gewoond en gewerkt. Een jaar lang was Bangkok mijn thuis. In mijn bio vertelde ik dat al eens. Update: hier kun je het nu ook lezen.

Vijftien jaar geleden is het…

Hoe zou het er nu zijn?

buurt-bangkok

Denise-2001-2002

De foto’s zijn niet zo scherp omdat ik ze in 2001 en 2002 met een vrij eenvoudige camera gemaakt heb. Ik heb foto’s van de foto’s gemaakt. 

Ik schreef deze blogpost net voordat ik in januari 2017 voor 3 dagen terug ging naar Thailand. Uiteraard bezocht ik ook mijn oude buurtje weer. Iedereen riep ‘O, het zal wel totaal anders zijn nu!’ Dat was het niet.

Ook in een moderne wereldstad als Bangkok, waar zoveel verandert, blijven sommige dingen nog gewoon hetzelfde.

Mijn buurtje was er nog steeds en het ademde nog precies die sfeer van toen. Ik knapte bijna uit elkaar van geluk, weemoed en verdriet tegelijk. De foto’s die ik maakte zal ik een keer in een aparte blogpost delen. Ook kun je inmiddels lezen waarom ik uiteindelijk toch besloot terug naar Nederland te gaan. Maar een stukje Bangkok blijft voor altijd bij me.

De weemoed blijft.

6 gedachten over “Een houten huisje bij de Chao Praya”

  1. Dit vind ik echt geweldig leuk om te lezen, om de oudere foto’s te zien! Ik nodig je van harte uit eens een uitgebreide blog te schrijven over je leven in Bangkok Denise 🙂

  2. Gaaf! Wat Dao, is zeker in het licht van de enorme veranderingen die de stad heeft ondergaan, maar weinig veranderd. Zie je binnenkort!

  3. Wat moet dat een bijzondere ervaring geweest zijn. En wat een schattig huisje. Je hebt wel een jaar lang kennis gemaakt met het echte Thailand. Heel mooi en heel bijzonder.

  4. Oh heerlijk, die ouderwetse foto’s. Wat een fijne tijd heb je daar gehad Denise, ik vind het echt leuk om daar een klein beetje van mee te genieten. Voor mij is Bangkok ook speciaal… na 3 keer in deze stad tijdens onze lange reis voelde het toch een beetje als thuis komen.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven